PNI staat voor Psycho-Neuro-Immunologie. Deze geneeswijze is gebaseerd op de interactie tussen psychische processen, het zenuwstelsel en het immuunsysteem. Om een beter begrip te krijgen van het functioneren van het menselijk lichaam en het ontstaan van ziekte, wordt een interdisciplinaire benadering toegepast. Dit betekent dat er vanuit verschillende medische specialisaties (psychologie, neurologie, immunologie, moleculaire biologie en sociologie) word gekeken naar de werking van het lichaam.
Het aandachtspunt is de communicatie van verschillende systemen met elkaar en organen onderling. Hierbij valt te denken aan het immuunsysteem en de hersenen. Deze werken met name via hormonen en neurotransmitters. Er is dus een wisselwerking is tussen alle organen in het lichaam én tussen de psyche, het zenuwstelsel, het immuunsysteem en het hormoonsysteem. Daarnaast gaat men uit van de wisselwerking tussen deze mens en zijn omgeving. Wanneer er een storing optreedt in dit proces kan dit leiden tot een ontregeling van het immuunsysteem of de werking van de organen. Er zijn momenteel genoeg gegevens beschikbaar om de conclusie te trekken dat disregulatie van het immuunsysteem door psychosociale stressoren invloed hebben op de gezondheid.Hieronder een schema overgenomen van Wikipedia, welke de relatie tussen hormonen en het immuunsysteem weergeeft:
Communicatie tussen de hersenen en het immuunsysteem
• Stimulering van hersengebieden verandert de immunologie (gestreste dieren hebben een veranderd immuunsysteem)
• Immuuncellen produceren cytokines die het centraal zenuwstelsel beïnvloeden
• Immuuncellen reageren op signalen van het centraal zenuwstelsel
Communicatie neuro-endocrien en immuunsysteem
• Cortisol en corticosteroïden enerzijds en catecholaminen zoals noradrenaline, adrenaline beïnvloeden de Immuuncellen
• Endorfines uit de hypofyse en het bijniermerg beïnvloeden het immuunsysteem
• Activiteit van het immuunsysteem is gecorreleerd met neuro-chemische/neuro-endocrine activiteit van hersencellen
Verbindingen corticosteroïden en immuunsysteem
• Anti-inflammatoire (ontstekingsremmende) hormonen die het organisme in staat stellen om beter op een stressor te reageren
• Het voorkomen van een overreactie van ons eigen verdedigingssysteem
• Regulatoren van het immuunsysteem
• Beïnvloeden van de celgroei, -proliferatie en -differentiatie
• Veroorzaakt immuunsuppressie
• Onderdrukt de celadhesie, antigeenpresentatie, chemotaxis & cytotoxiciteit; met andere woorden: dempt de ontstekingsreactie
• Toename apoptose (geprogrammeerde celdood)
Corticotropin-releasing hormone (CRH)
• CRH secretie (uitscheiding) vanuit de hypothalamus wordt door stress beïnvloedt
• CRH is een belangrijke regulator van de HHB-as
• CRH reguleert de secretie van ACTH
• CRH is wijd verspreid in het brein en daarbuiten
• CRH reguleert ook de werking van het autonome zenuwstelsel en het immuunsysteem
Stressoren die de afgifte van CRH bevorderen, onderdrukken de werking van het immuunsysteem. Stressoren die de afgifte van CRH onderdrukken, stimuleren het immuunsysteem. Dit vindt in het brein plaats, want perifere toediening van stoffen die CRH remmen geven geen onderdrukking van de immuunreactie.