Orthomoleculaire therapie richt zich op het toepassen van de juiste voeding om de gezondheid te behouden en te herstellen. Aanvullend wordt er gebruik gemaakt van combinaties van vitaminen, mineralen, spoorelementen, vetten en aminozuren die van nature in het lichaam voorkomen om specifieke aandoeningen te behandelen. Soms wordt er gebruik gemaakt van doseringen die boven de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden uitkomen om optimale concentraties voedingsstoffen in het lichaam te krijgen.
Bij Orthomoleculaire therapie wordt de nadruk gelegd op aanvulling van de voeding met voedingssuppletie. Het centrale idee van de orthomoleculaire geneeskunde is, dat er verschil gemaakt kan worden tussen lichaamseigen stoffen en lichaamsvreemde stoffen. Lichaamseigen stoffen ondersteunen het lichaam en stimuleren het natuurlijke genezingsproces. Lichaamsvreemde stoffen kunnen daarentegen afweerreacties in het lichaam oproepen. Het is daarom ook van belang om te kiezen voor een zuiver supplement, wanneer men overweegt suppletie toe te voegen aan de dagelijkse voeding. Uitleg over de juiste suppletie kunt u vinden op: www.naturohealthservice.com
Steeds vaker zien we dat orthomoleculair geneeskundigen naast het in balans brengen van de juiste concentraties voedingsstoffen in het lichaam, er ook vanuit gaan dat andere factoren in balans moeten zijn, voordat een therapie aanslaat en kan slagen. Hiernaast ziet u een cirkel waarin dit duidelijk wordt aangegeven. Daarnaast wordt er door orthomoleculaire geneeskundigen gekeken naar het al dan niet aanwezig zijn van voedingsintoleranties en allergieën. Deze niet te onderschatten ziekmakers kunnen een bron zijn voor de onevenwichtige of zelf slechte opname van voedingsstoffen. Suppletie heeft dan nauwelijks zin, omdat in de meeste gevallen de darmen zodanig uit balans zijn geraakt dat de voedingstoffen uit het supplement ook niet meer voldoende kunnen worden opgenomen. Voor meer informatie over intoleranties en slecht functionerende darmen verwijzen wij u graag naar het menu darmtherapie.
De prominente scheikundige en Nobelprijswinnaar Linus Pauling introduceerde de term ‘orthomoleculaire geneeskunde’ in het tijdschrift Science in 1968, waar hij de volgende definitie gaf: “Orthomoleculaire therapie heeft als doel het behouden van een goede gezondheid en het behandelen van ziektes door het veranderen van de concentraties van substanties die normaal in het menselijk lichaam aanwezig zijn”.
Tekorten
De gemiddelde Nederlander gebruikt geen evenwichtige voeding. Zelfs als hij dat wel zou doen, dan nog krijgt hij lang niet de aanbevolen hoeveelheid van veel essentiële voedingsstoffen binnen. De berekeningsuitkomsten van de gehaltes voedingsstoffen die dagelijks worden gegeten zijn getoetst aan de Nederlandse voedingsnormen, de zogenaamde Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden (ADH’s). Deze normen houden geen rekening met de volgende, onmiskenbare invloeden op het gehalte aan nutriënten in voedingsmiddelen:
1. De verarming van de huidige landbouw- en veeteeltgronden als gevolg van monoculturen, onvolkomen kunstmestsamenstelling, gebruik van verdelgingsmiddelen, zogenaamd veredeling van zaden e.d., eenzijdige veevoeding, hormoonstimulantia, enz.
2. De vervuiling in voeding en milieu zoals: lichaamsvreemde toevoegingen aan voedsel (E-nummers), kunstvoedingsproducten van de industrie (waarin schadelijke stoffen zoals transvetzuren), straling, uitlaatgassen van het verkeer die op de gewassen komen en zo in de voedingskringloop terecht komen, gif uitstoot van de industrie, enz.
3. Onnatuurlijke bereiding van de voeding (bakken, braden, frituren enz).
4. Onrijp geplukt fruit dat te lang bewaard wordt in koelcellen.
5. Gemanipuleerde voeding en gentech gewassen (momenteel vindt er in zeventien landen verbouwingen van gentech gewassen plaats).
Orthomoleculaire voeding
Orthomoleculaire voeding streeft ernaar de lichaamscellen optimale hoeveelheden voedingsstoffen te geven. Deze optimale hoeveelheden liggen veel hoger dan de gestelde ADH’s. De individuele behoefte kan verschillen door erfelijke factoren, milieu-invloeden, werksituaties, stress, de lever die meer nodig heeft om de gifstoffen goed oplosbaar te maken zodat ze kunnen worden uitgescheiden. Om iemands biochemie op een juiste manier te kunnen beoordelen is het soms noodzakelijk speciale bloedonderzoeken te doen om de nutriënten (vitaminen, mineralen, aminozuren, vetzurenprofiel) te bepalen. Ook kan geadviseerd worden extra voedingsstoffen zoals enzymen, probiotica, antioxidanten (vitamine C, bètacaroteen, vitamine A, vitamine E, lycopeen, alfa liponzuur, selenium, zink e.d.), vitaminen B, mineralen, aminozuren en vetzuren in tablet, poeder, vloeistof of capsulevorm te nemen als blijkt dat hieraan een tekort is (n.a.v. een bloedonderzoek, slechte voedingsgewoonten, een onbalans van een biochemische proces dat klachten geeft). Er kan ook gekozen worden dit niet door middel van supplementen te doen, maar door middel van verrijkte voedingsrecepturen.
(tekstdelen zijn afkomstig van natuurdiëtisten.nl)
Bezoek ook eens pilliewillie.nl/orthomoleculaire-geneeskunde